Onderwerp: Standbeelden/ popjes
Doelgroep: 2e graad lager onderwijs
Discipline: Woord
Tijd: 30 minuten
Doel:
De leerlingen kunnen met hun lichaam en gezichtsuitdrukking, een emotie duidelijk maken voor de kijker.
De leerlingen kunnen de emoties (vreugde, verdriet, woede, angst,…) herkennen.
De leerlingen kunnen een tableau uitvoeren.
Werkvorm: Mimisch uitbeelden
INLEIDING Neutraal rondwandelen in de ruimte. LK klapt in de handen (of fluiten op fluitje) = leerlingen ‘freezen’ = (volledig stil staan). (Dit een 3 of 4 keer herhalen) De leerlingen blijven wandelen maar krijgen vóór elke klap of fluitje een opdracht: “Als ik nu in mijn handen klap, ga je stilstaan als…:” Een bokser Een ballerina Een poppetje met de poep naar achteren Een verdrietig poppetje Een koorddanser die bijna van het touw valt Een bodybuilder/ de sterkste man of vrouw ter wereld Een cowboy KERN Wat zijn emoties weer? Hoe we ons ‘mentaal’ voelen Welke emoties kennen jullie? Boos, bang, blij, verdrietig, walgend, verrast, verbazing, verliefd,…. Hoe staan we/ wat doet ons lichaam als we boos zijn? (Groot, naar voren, open) Hoe staan we/ wat doet ons lichaam als we bang zijn? (Klein, naar achter, afgeschermd) Hoe staan we/ wat doet ons lichaam als we blij zijn? (Groot, naar boven, open) Hoe staan we/ wat doet ons lichaam als we verdrietig zijn? (Klein, naar beneden, afgesloten) Als ik in mijn handen klap staan we 3 seconden stil in de emotie die ik zeg: – Boos (tip: Denk dat iemand iets heel gemeen tegen je zei) – Bang (tip: Denk dat er midden in de kring iets ligt waar je heel erg bang van bent) – Verdrietig (tip: Er is net iets heel ergs gebeurd) – Blij (tip: Je hebt de Lotto gewonnen) – Verlegen (tip: je maakt je klein) Groepsfoto: Groep in 3 delen. Straks wordt er een groepsfoto genomen. Om de foto te kunnen nemen moeten de leerlingen 8 seconden stil staan. Groep 1: Sportteam dat zonet wereldkampioen is geworden. Groep 2: Sportteam dat net niet wereldkampioen is geworden. Groep 3: Sportteam dat naar een saaie finale zit te kijken van een wedstrijd. Tips Bespreek steeds met de leerlingen die kijken naar de opvoering van een ander groepje, wat zij GOED vonden en wat er BETER KAN. Lln in groepjes een standbeeld laten maken rond 1 emotie: LK geeft elk groepje een emotie: woede, angst, vreugde, verliefdheid, walging, verdriet, verbazing/verrassing, schaamte,… Leerlingen begeleiden: als de emotie te vaag blijkt te zijn voor hen = een situatie uit hun leefwereld aanreiken. SLOT Leerlingen tonen de standbeelden aan elkaar. Lln geven feedback aan elkaar: Welke emotie had dit groepje? Aan wat zag je dat? Vond je het goed uitgevoerd? Waarom wel, waarom niet? (zorgen dat lln elkaar positief benaderen). |
Door Charlotte Peetermans