Onderwerp: Personage imiteren & Jabbertaal ontdekken
Doelgroep: 1e graad lager onderwijs
Discipline: Woord
Tijd: 20 minuten
Doel:
Je leert uit je comfortzone komen.
Je kan de basisemoties omzetten in lichaamstaal en gezichtsexpressie.
Werkvorm: Afspreekspel, improviseren (met spreekstem)
Benodigdheden: Youtube, digitaal bord
INLEIDING We kijken samen met de leerlingen een filmpje van 6 heksen: Wie zagen we? – 6 heksen Wat deden ze? – Een soepje klaarmaken, maar de soep was nooit goed genoeg, waardoor er steeds een heks verdween. Hoe zou een heks staan als ze een spreuk uitspreekt boven een ketel? Toon maar! Liedje wordt nog eens opgezet. De leerlingen gaan achter hun stoel staan en de leerlingen bewegen mee alsof ze 1 van de heksen zijn en soep bereiden op hun bank. We proberen ook mee te zingen! KERN Hoe spreekt een heks? Probeer eens! Met heksenstem (vertrekkend vanuit een huilende baby) Hoe kijkt een heks? Hoe wandelt een heks? (krom lopen, boze blik, dreigende ogen,…) Een toverspreuk (articulatie-oefening) uitspreken boven hun denkbeeldige soeppot: Articulatieopwarming aanleren: (leerkracht zegt voor, leerlingen doen na) Tippe tappe Tippe tappe Tip tap topIk tover een kater zonder kop!Kloppe klappe Kloppe klappe, Kloppe klappe klip Daar prikt een spinnentje in haar lip! Leerlingen verzinnen zelf een eigen toverspreuk: Wie wil zijn/ haar spreuk eens tonen vooraan in de klas? leerlingen tonen de toverspreuk! Link naar jabbertaal = een nonsenstaal/ zelfverzonnen taal die niet bestaat: Zeg tegen de persoon die naast je zit: “Je ziet er goed uit” (leerkracht doet het voor). Leerlingen doen dit. Toneeltjes maken in jabbertaal per 2: Leerkracht geeft hen een situatie per groepje wat ze moeten acteren in jabbertaal. 1) Aan de kassa van de supermarkt De rekening klopt niet 2) Een telefoongesprek Uitnodiging voor een feestje 3) In een restaurant De soep is koud 4) Op school Ruzie om een bal 5) Op een parking Twee agenten die dezelfde auto een parkeerboete willen geven 6) Twee dokters die een operatie bespreken 7) Twee Chinezen die discussiëren over de ingrediënten van een rijstschotel die ze aan het eten zijn 8) Twee actrices die dezelfde rol willen 9) Aan de deur Iemand komt stofzuigers verkopen 10) Aan de hotelbalie De hotelkamer is vuil 11) Autopech De auto kan maar niet gemaakt worden, hoe hard ze ook proberen 12) Twee indianen die tegen elkaar opscheppen over de grote vissen die ze gevangen hebben Nu zeggen we hetzelfde in jabbertaal. Leerkracht doet voor. Leerlingen doen het nadien ook. Tips Vraag de leerlingen of ze een vreemde taal kunnen spreken. Laat de leerling in de andere taal iets voorzeggen en laat de andere leerlingen nazeggen wat ze horen (ze bootsen de klanken na). SLOT De leerlingen tonen hun toneeltjes in jabbertaal aan elkaar. De andere leerlingen raden waar ze zijn en wat er gebeurt. |
Door Charlotte Peetermans